Oostende, 14 juni 2004

Betr. Milieuvergunning Internationale Luchthaven Oostende-Brugge

Waarde  Burgemeester en Schepenen,

 

Met verbazing hebben wij het standpunt vernomen van het Stadsbestuur van Oostende bij monde van de schepen van leefmilieu inzake de nieuwe milieuvergunning 2005-2025 voor de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge.

Blijkbaar zal het Stadsbestuur de Bestendige Deputatie adviseren het aantal toegestane nachtvluchten te reduceren tot een quotum van 750 per jaar.

Deze stellingname is echter op geen enkele wetenschappelijke noch socio-economische grond gesteund.

Tegen de meerderheid van de bevolking in, vertegenwoordigd door de Gemeenteraad, werd eenzijdig geen hoorzitting  noch raadpleging van de betrokkenen gehouden. Blijkbaar heeft men uitsluitend rekening gehouden met het advies van de milieuraad. De mening van deze raad is echter zeer subjectief, gelet op het feit dat de samenstelling ervan uitsluitend bestaat uit verenigingen, die a priori tegen de luchthaven gekant zijn.

Het Stadsbestuur negeert gewoon de mening van de meerderheid van de Oostendse bevolking, die binnen aanvaardbare normen de verdere ontwikkeling van de luchthaven wenst.

Dit beschouwen wij als een zware inbreuk op de democratie.

Onze vereniging houdt rekening met volgende onweerlegbare argumenten :

-          De luchthaven is een van de belangrijkste economische pijlers in de regio voor de komende generatie(s);

-          Met de technische ontwikkeling in de luchtvaart zal in de nabije en verdere toekomst steeds meer gevlogen worden met grotere en vooral milieuvriendelijkere toestellen(zowel minder lawaai als gasuitstoting);

-          Binnen de milieuvergunning 2000-2005 werd reeds bewezen dat 900 nachtvluchten per jaar ontoereikend is.

In december 2003 dienden  vaste klanten met een deel van hun vluchten naar het buitenland uit te wijken, omdat het maximum quotum aan nachtvluchten bereikt was;

-          De huidige regeling met maximum 900 nachtvluchten per jaar werd destijds opgemaakt op basis van geluidsemissie door toestellen van het type “stage II”. Deze toestellen mogen echter niet meer in het Europees luchtruim vliegen.

Nu vliegen alleen nog “stage III” en”stage IV” toestellen. De actuele regeling is bijgevolg volledig achterhaald.

-          Er dient een evenwichtige regeling uitgewerkt te worden om zowel de socio-economische ontwikkeling van de regio als het welzijn van de bevolking te vrijwaren.

REPLO vzw ziet voor deze evenwichtige ontwikkeling slechts volgende oplossing :

-          De Internationale Luchthaven Oostende-Brugge dient als een van de prioriteiten opgenomen te worden in het beleidsplan voor economische ontwikkeling.

-          De nieuwe milieuvergunning 2005-2025 dient het aantal nachtvluchten van commerciële toestellen van meer dan 6 ton te beperken binnen een globale geluidskorf van 220.000 decibel. Dergelijke regeling, gekoppeld aan geluidsmetingen, voorzien volgens de milieuvergunning, geven de luchthaven de nodige flexibiliteit om het luchtverkeer verder te ontwikkelen binnen aanvaardbare milieunormen.

-          Om, conform de bepalingen van de milieuvergunning, te verhinderen dat het aantal gehinderden toeneemt, dient uitbreiding van woningbouw in de onmiddellijke omgeving van de luchthaven en onder de onmiddellijke bestaande en toekomstige aanvliegroutes geweerd te worden. Dit kan slechts bereikt worden door een bouwstop in de bedoelde zones.

-          Naar de toekomst toe dient gestreefd te worden naar de aanleg van een tweede startbaan, de zogenaamde puntpiste, die de drukst bevolkte woonkernen mogelijke lawaaihinder moet ontnemen.

       Een herziening van het Gewestplan dringt zich hiervoor op.

Mocht het Stadsbestuur haar mening niet herzien i.v.m. de nieuwe milieuvergunning, neemt zij hiermee een zeer zware verantwoordelijkheid naar de toekomst toe.

De komende generatie zou wel eens kunnen geconfronteerd worden met het dilemma : de luchthaven sluiten met alle economische gevolgen vandien, ofwel dure en politiek moeilijk haalbare onteigeningen van woonkernen (cfr Wallonië).

Hierbij doen wij een beroep op het gezond verstand en realisme van het Stadsbestuur van Oostende.

Wij verzoeken u dringend af te stappen van de eenzijdig ondoordachte en geďmproviseerde stellingname als hoger vermeld, en uw advies aan de Bestendige Deputatie aan te passen aan ons voorstel, om de regio, binnen een evenwicht tussen milieu en welvaart, een gunstige en evenwichtige socio-economische toekomst te schenken.

Uw beslissing zal door de komende generaties – inclusief uw eigen kinderen en kleinkinderen – beoordeeld worden.

Rekenend op uw objectiviteit en aandacht voor de problematiek, verblijven wij,

met beleefde groeten,

namens het bestuur,

Albert Doyen

Voorzitter

cc : Dhr Paul Breyne – Gouverneur van West-Vlaanderen